En degenen die, als zij een verdorvenheid [1] hebben verricht, of zichzelf kwaad hebben aangedaan, en daarna Allah gedenken en om vergeving voor hun zonden vragen – en wie kan zonden vergeven behalve Allah? – En blijf niet hardnekkig vasthouden aan het (slechte) dat zij gedaan hebben terwijl zij dat weten.
Koran Aal-E-Imran Soera 135 tafsir
[1] dat kan een verdorvenheid zijn met de tong zoals roddelen, fysiek overspel plegen of met het hart zoals het verrichten van shirk.
Koran Aal-E-Imran Soera 135 tafsir