بِسۡمِ ٱللَّهِ ٱلرَّحۡمَٰنِ ٱلرَّحِيمِ
۞يَـٰٓأَيُّهَا ٱلرَّسُولُ لَا يَحۡزُنكَ ٱلَّذِينَ يُسَٰرِعُونَ فِي ٱلۡكُفۡرِ مِنَ ٱلَّذِينَ قَالُوٓاْ ءَامَنَّا بِأَفۡوَٰهِهِمۡ وَلَمۡ تُؤۡمِن قُلُوبُهُمۡۛ وَمِنَ ٱلَّذِينَ هَادُواْۛ سَمَّـٰعُونَ لِلۡكَذِبِ سَمَّـٰعُونَ لِقَوۡمٍ ءَاخَرِينَ لَمۡ يَأۡتُوكَۖ يُحَرِّفُونَ ٱلۡكَلِمَ مِنۢ بَعۡدِ مَوَاضِعِهِۦۖ يَقُولُونَ إِنۡ أُوتِيتُمۡ هَٰذَا فَخُذُوهُ وَإِن لَّمۡ تُؤۡتَوۡهُ فَٱحۡذَرُواْۚ وَمَن يُرِدِ ٱللَّهُ فِتۡنَتَهُۥ فَلَن تَمۡلِكَ لَهُۥ مِنَ ٱللَّهِ شَيۡـًٔاۚ أُوْلَـٰٓئِكَ ٱلَّذِينَ لَمۡ يُرِدِ ٱللَّهُ أَن يُطَهِّرَ قُلُوبَهُمۡۚ لَهُمۡ فِي ٱلدُّنۡيَا خِزۡيٞۖ وَلَهُمۡ فِي ٱلۡأٓخِرَةِ عَذَابٌ عَظِيمٞ
O boodschapper!! Laat degenen die zich haasten om tot het ongeloof te komen je niet bedroeven, van die, die zeggen: “Wij geloven!” met hun monden maar hun harten hebben geen geloof. En onder de joden zijn mannen die veel en aandachtig naar leugens luisteren – luisteren naar anderen die niet tot jou zijn gekomen. Zij verwisselen de woorden van hun plaats, zij zeggen: “Als je dit is gegeven, neem het, maar als je het niet is gegeven, hoed je dan!” En bij iedereen die Allah in Al-Fitnah laat verkeren kun je niets doen tegen Allah. Dit zijn degenen wiens harten Allah niet wenst te reinigen, voor hen is er een vernedering in deze wereld en in het hiernamaals een grote bestraffing.
سَمَّـٰعُونَ لِلۡكَذِبِ أَكَّـٰلُونَ لِلسُّحۡتِۚ فَإِن جَآءُوكَ فَٱحۡكُم بَيۡنَهُمۡ أَوۡ أَعۡرِضۡ عَنۡهُمۡۖ وَإِن تُعۡرِضۡ عَنۡهُمۡ فَلَن يَضُرُّوكَ شَيۡـٔٗاۖ وَإِنۡ حَكَمۡتَ فَٱحۡكُم بَيۡنَهُم بِٱلۡقِسۡطِۚ إِنَّ ٱللَّهَ يُحِبُّ ٱلۡمُقۡسِطِينَ
(Zij houden van) het luisteren naar leugens, om al het verbodene te verslinden. Als zij dus naar jou komen, oordeel dan tussen hen, of keer je van hen af. Als je je van hen afkeert, kunnen zij jou tenminste niet kwetsen. En als je oordeelt, oordeel dan met rechtvaardigheid tussen hen. Waarlijk, Allah houdt van degenen die rechtvaardig zijn.
وَكَيۡفَ يُحَكِّمُونَكَ وَعِندَهُمُ ٱلتَّوۡرَىٰةُ فِيهَا حُكۡمُ ٱللَّهِ ثُمَّ يَتَوَلَّوۡنَ مِنۢ بَعۡدِ ذَٰلِكَۚ وَمَآ أُوْلَـٰٓئِكَ بِٱلۡمُؤۡمِنِينَ
Maar waarom komen zij voor een besluit naar jou terwijl zij de Thora hebben, waarin een (duidelijk) besluit van Allah staat; maar zelfs hierna, keren zij zich af. Want zij zijn geen (ware) gelovigen.
إِنَّآ أَنزَلۡنَا ٱلتَّوۡرَىٰةَ فِيهَا هُدٗى وَنُورٞۚ يَحۡكُمُ بِهَا ٱلنَّبِيُّونَ ٱلَّذِينَ أَسۡلَمُواْ لِلَّذِينَ هَادُواْ وَٱلرَّبَّـٰنِيُّونَ وَٱلۡأَحۡبَارُ بِمَا ٱسۡتُحۡفِظُواْ مِن كِتَٰبِ ٱللَّهِ وَكَانُواْ عَلَيۡهِ شُهَدَآءَۚ فَلَا تَخۡشَوُاْ ٱلنَّاسَ وَٱخۡشَوۡنِ وَلَا تَشۡتَرُواْ بِـَٔايَٰتِي ثَمَنٗا قَلِيلٗاۚ وَمَن لَّمۡ يَحۡكُم بِمَآ أَنزَلَ ٱللَّهُ فَأُوْلَـٰٓئِكَ هُمُ ٱلۡكَٰفِرُونَ
Waarlijk, Wij hebben de Thora gezonden, daarin was leiding en licht waarmee de profeten, die zichzelf aan Allah Zijn wil onderwierpen, over de joden oordeelden. En aan de rabbijnen en de priesters was de bescherming van Allah Zijn boek toevertrouwd, en zij waren hiervoor getuigen. Vrees daarom niet de mens maar vrees Mij en verkoop Mijn verzen niet voor een geringe prijs. En iedereen die niet oordeelt met dat wat Allah geopenbaard heeft, is een ongelovige.
وَكَتَبۡنَا عَلَيۡهِمۡ فِيهَآ أَنَّ ٱلنَّفۡسَ بِٱلنَّفۡسِ وَٱلۡعَيۡنَ بِٱلۡعَيۡنِ وَٱلۡأَنفَ بِٱلۡأَنفِ وَٱلۡأُذُنَ بِٱلۡأُذُنِ وَٱلسِّنَّ بِٱلسِّنِّ وَٱلۡجُرُوحَ قِصَاصٞۚ فَمَن تَصَدَّقَ بِهِۦ فَهُوَ كَفَّارَةٞ لَّهُۥۚ وَمَن لَّمۡ يَحۡكُم بِمَآ أَنزَلَ ٱللَّهُ فَأُوْلَـٰٓئِكَ هُمُ ٱلظَّـٰلِمُونَ
En Wij hebben daarin voor hen bevolen: “Een leven om leven, oog om oog, neus om neus, oor om oor, tand om tand, en gelijke wonden.” Maar als iemand bij wijze van liefdadigheid van de vergelding afziet, zal dat een verwijding voor hem zijn. En iedereen die niet oordeelt met dat wat Allah heeft geopenbaard, behoort tot de onrechtvaardigen.
وَقَفَّيۡنَا عَلَىٰٓ ءَاثَٰرِهِم بِعِيسَى ٱبۡنِ مَرۡيَمَ مُصَدِّقٗا لِّمَا بَيۡنَ يَدَيۡهِ مِنَ ٱلتَّوۡرَىٰةِۖ وَءَاتَيۡنَٰهُ ٱلۡإِنجِيلَ فِيهِ هُدٗى وَنُورٞ وَمُصَدِّقٗا لِّمَا بَيۡنَ يَدَيۡهِ مِنَ ٱلتَّوۡرَىٰةِ وَهُدٗى وَمَوۡعِظَةٗ لِّلۡمُتَّقِينَ
En in hun voetstappen hebben Wij Isa, de zoon van Maryam gestuurd, de Thora bevestigend en wat vóór hen was, en Wij gaven hem de Indjiel, waarin leiding en licht was en de bevestiging van de Thora die daarvoor gekomen was, een leiding en een vermaning voor de godvrezenden.
وَلۡيَحۡكُمۡ أَهۡلُ ٱلۡإِنجِيلِ بِمَآ أَنزَلَ ٱللَّهُ فِيهِۚ وَمَن لَّمۡ يَحۡكُم بِمَآ أَنزَلَ ٱللَّهُ فَأُوْلَـٰٓئِكَ هُمُ ٱلۡفَٰسِقُونَ
Laat de mensen van de Indjiel oordelen met dat wat Allah daarin geopenbaard heeft. En iedereen die niet oordeelt met wat Allah geopenbaard heeft behoort tot de verdorvenen.
وَأَنزَلۡنَآ إِلَيۡكَ ٱلۡكِتَٰبَ بِٱلۡحَقِّ مُصَدِّقٗا لِّمَا بَيۡنَ يَدَيۡهِ مِنَ ٱلۡكِتَٰبِ وَمُهَيۡمِنًا عَلَيۡهِۖ فَٱحۡكُم بَيۡنَهُم بِمَآ أَنزَلَ ٱللَّهُۖ وَلَا تَتَّبِعۡ أَهۡوَآءَهُمۡ عَمَّا جَآءَكَ مِنَ ٱلۡحَقِّۚ لِكُلّٖ جَعَلۡنَا مِنكُمۡ شِرۡعَةٗ وَمِنۡهَاجٗاۚ وَلَوۡ شَآءَ ٱللَّهُ لَجَعَلَكُمۡ أُمَّةٗ وَٰحِدَةٗ وَلَٰكِن لِّيَبۡلُوَكُمۡ فِي مَآ ءَاتَىٰكُمۡۖ فَٱسۡتَبِقُواْ ٱلۡخَيۡرَٰتِۚ إِلَى ٱللَّهِ مَرۡجِعُكُمۡ جَمِيعٗا فَيُنَبِّئُكُم بِمَا كُنتُمۡ فِيهِ تَخۡتَلِفُونَ
En Wij hebben aan jou het boek in waarheid gestuurd, de boeken die vóór jou kwamen bevestigend. Oordeel dus met datgene wat Allah geopenbaard heeft en volg niet hun zelfingenomen wensen, die hen van de waarheid die tot jou gekomen is wegleiden. Aan ieder van jullie hebben Wij een wet voorgeschreven en een duidelijke weg. Als Allah het gewild had, zou Hij jullie tot een volk smeden, maar dat (Hij) jullie moge testen met dat wat Hij jullie gegeven heeft; wedijver dan in goede daden. De terugkeer van jullie (allen) is tot Allah, dan zal Hij jullie inlichten over datgene waarin jullie van mening verschilden.
وَأَنِ ٱحۡكُم بَيۡنَهُم بِمَآ أَنزَلَ ٱللَّهُ وَلَا تَتَّبِعۡ أَهۡوَآءَهُمۡ وَٱحۡذَرۡهُمۡ أَن يَفۡتِنُوكَ عَنۢ بَعۡضِ مَآ أَنزَلَ ٱللَّهُ إِلَيۡكَۖ فَإِن تَوَلَّوۡاْ فَٱعۡلَمۡ أَنَّمَا يُرِيدُ ٱللَّهُ أَن يُصِيبَهُم بِبَعۡضِ ذُنُوبِهِمۡۗ وَإِنَّ كَثِيرٗا مِّنَ ٱلنَّاسِ لَفَٰسِقُونَ
(O Mohammed) oordeel tussen hen o.b.v. wat Allah heeft geopenbaard (zelfs al zijn het joden of andersgelovigen), en niet o.b.v. hun zelfingenomen wensen (en begeerten), maar hoed je voor hen, zodat zij zich niet afkeren van iets dat Allah aan jou gestuurd heeft. En als zij zich afkeren, weet dan dat het Allah Zijn wil is om hen te straffen voor een paar zonden. En waarlijk, de meeste mensen zijn echt verdorven.
أَفَحُكۡمَ ٱلۡجَٰهِلِيَّةِ يَبۡغُونَۚ وَمَنۡ أَحۡسَنُ مِنَ ٱللَّهِ حُكۡمٗا لِّقَوۡمٖ يُوقِنُونَ
Zoeken zij dan het oordeel van onwetendheid? En wie is er beter in het oordelen dan Allah voor de mensen die een stevig geloof hebben.